Normaal denken we met het inplannen van triathlonwedstrijden in 1/8ste, sprint, Kwart, OD, ’n halve en ’n enkeling onder ons ook een hele. We beginnen ergens en denken dan alleen maar in termen van langer, verder. Ik moest dan ook wel echt even schakelen toen ik door had wat er 22 juni in ‘Rotterdam’ voor ons als 2de divisie team op het programma stond. Ik wist wel dat het een team estafette was, die vorm is mij niet onbekend. Afstanden van 300 m zwemmen, 5,3 km fietsen en 1,5 km lopen, oftewel zo kort was wel nieuw. Mijn gedachten was, hoe korter de afstanden, hoe dichter de eindtijden bij elkaar zullen liggen. Ik moet mij dus op andere manieren onderscheiden dan de onderdelen nét iets sneller afleggen dan de gemiddelde deelnemer. Ik mag vooral geen tijd laten liggen bij de wissels. Dat leek mij een goed moment om het starten met het fietsen wat te stroomlijnen.

Hoe gaat bij jullie het beginnen met fietsen? Bij mij gaat het normaal gesproken als volgt: ik ren zo hard ik op dat moment kan tot over de balk, om daar vervolgens volledig stil te gaan staan om een schoen in te klikken. Vervolgens stap ik op en begin met trappen. Mijn idee was om uit te zoeken of ik beter met gewone pedalen kon fietsen, om zo al met hardloopschoenen te kunnen fietsen en als het ware een wissel over te kunnen slaan. Helaas zijn pedalen met van de kapjes erop met zo’n bandje met gesp voor je gewone schoenen niet toegestaan wegens de veiligheid (die uitklikbaar zijn wel). Gewone pedalen werden erop gezet en met hardloopschoenen fietsen werd geoefend. Ik vond het niets, het voelt totaal niet prettig. Vaart maken lukt enigszins, maar je mist de grip en ik merk daardoor ook minder zekerheid op de fiets te ervaren. Met het maken van een berekening in Excel (schatting van gemiddelde snelheden en tijdswinst- dan wel verlies bij het wisselen etc.) kom ik tot de conclusie dat het fietsen met gewone pedalen (met de verwachting gemiddeld 2km/uur minder snel te kunnen fietsen) een verwaarloosbare tijdswinst geeft. De klikpedalen zet ik snel weer terug.

Dan een enthousiaste poging om je fietsschoenen al op je klikpedalen te zetten, zodat ik al fietsend mijn schoenen aan kan trekken. José is er ook voor in om te oefenen. José heeft echter een beter en realiseerbaarder plan (voor slechts de tijd van één avondje om te oefenen) namelijk het al rennende op de fiets springen. De vaart dus behouden i.p.v. tot volledige stilstand te komen. Het is een kwestie van durven en doorzetten. Gewoon doen, niet denken. De een lukt het beter dan de ander. Genoeg om het gewoon eens te doen tijdens de wedstrijd.

De dag van de wedstrijd dan eindelijk, op een onchristelijk tijdstip voor het weekend gaat de wekker. Om 6:15 uur zitten we in de auto. We zijn met een mooi gemengd team op weg, voor Inge en Marlou wordt het vandaag de eerste teamwedstrijd. Om half 9 ligt Inge, de starter van ons team, al in het water van de roeibaan in Zevenhuizen. Er wordt omgeroepen dat wegens veiligheidsredenen de start uitgesteld wordt, het water schijnt nog niet haai vrij te zijn. Ondanks het al mooie zonnetje, is het toch wat fris, bibberend gaat Inge vervolgens terug het water in zet een goede start neer. Met fietsen kan ze de overstekende ganzen ontwijken en heeft ze wat we van te voren bedacht hadden ook kunnen doen, namelijk kunnen stayeren.

Marlou is de volgende die gaat starten, sokken worden (na even geverifieerd te hebben of dat wel mag) gewoon aangetrokken. Geloof me Marlou, als je in de zelfde lijn door gaat met triathlon als de stappen die je het afgelopen jaar gemaakt hebt, dan gaat dat ook nog wel veranderen. Het klopt wel enigszins wat Marlou nadat ze José heeft aangetikt zegt: ‘Het was lastig om in een ritme te komen’.

José gaat als een speer. Flink aangemoedigd, komt ze het water uit. Met een zeer geconcentreerd gezicht door naar het fietsen. Het op de fiets springen lukt aardig. Na de wedstrijd geeft José aan weer plezier te hebben gehad in de wedstrijd.

Als laatste start ik, de tijden die ik berekend had in Excel in mijn hoofd (bewust gemaakt, om ook wat meer inzicht in de wedstrijd te krijgen). Het fietsen voelt wat zwaar, altijd die wind tegen… Ineens zie ik dat ik al ruim 8 minuten bezig ben met fietsen, oei, dan kan ik wel weer een tandje bijzetten, want dan zit het er juist al bijna weer op! Blijft bizar zo kort! Een loopparcours met een 180 graden keerpunt vind ik altijd jammer, haalt je helemaal uit je ritme. Het was mooi zo samen naar de wedstrijd toe te leven, het voorbereiden in de wisselzone, parcours verkennen en de wedstrijd uiteindelijk te doen, ik kom tevreden over de finish.

Met uiteindelijk een 16de plaats van de 27 teams hebben we weer een mooie wedstrijd achter de rug. Met een ervaring rijker, voor sommige van ons een eerste teamwedstrijd en voor allen de ervaring hoe je je op een andere manier kunt inspannen. Het was kort maar krachtig.